In februari 2019 werd Henk Ruiter benoemd tot stadsdichter voor een periode van drie jaar. Inmiddels is hij halverwege zijn ‘diensttijd’ en zijn er een stuk of 14 gedichten verschenen van zijn hand over Harderwijk.
Henk Ruiter (37) woont nu bijna 10 jaar in Harderwijk, maar is opgegroeid in Ermelo, waar hij tot zijn 27e woonde. Via een nieuw appartement in Drielanden is hij in 2013 naar de binnenstad verhuisd, waar hij woont aan één van de idyllische pleinen. “Ik ben opgegroeid in een boerderij uit de 19e eeuw en miste de sfeer van een oud huis. Het idee dat veel mensen je zijn voorgegaan trekt mij. We wonen hier nu met veel plezier. We hebben niet veel last van het uitgaan, maar ervaren wel de voordelen van de binnenstad.”
In het dagelijks leven is hij sociaal juridisch dienstverlener bij Mee Veluwe, een organisatie die mensen met een beperking of chronische ziekte ondersteunt. “Vanuit die beperking lopen mensen tegen bepaalde regels aan als het gaat over indicatiestelling of uitkeringen. Ik help mensen bij juridische procedures. Bij uitspraken van rechters en jurisprudentie is het heel belangrijk hoe dat in woorden is gegoten en hoe je dit kan toepassen op een cliënt. Dan gaat het over taalinterpretatie. Dat vind ik interessant en daarmee zie ik ook de link met poëzie.”
Zijn interesse in poëzie werd al gewekt rond zijn 17e. Het eerste gedicht waardoor hij werd meegenomen was van K. Schippers: de invloed van matige wind op kleren. “Een kort abstract gedicht met woorden die diepere betekenis hadden dan wat er stond. Sindsdien schrijf ik jaarlijks zo’n 10-12 gedichten, al heb ik nooit een bundel uitgebracht.”
Ruiter noemt zich een kleine schrijver, grote heldenverhalen zijn niet aan hem besteed. “Mijn gedichten beschrijven mijn binnenwereld en de buitenwereld en hoe die zich tot elkaar verhouden. Dat schuurt weleens. Grotere thema’s als de dood of de liefde breng ik terug naar de dagelijkse dingen in mijn eigen leven. De gedichten deel ik digitaal door een blog op internet en via social media.”
In de herfst van 2018 werd Henk Ruiter gevraagd door de stichting Stadsdichter Harderwijk voor het stadsdichterschap als opvolger van Wietse Hummel. Destijds was hij daar wel door verrast. “Mensen zagen iets in mijn gedichten en hoe ik daarmee mensen bereik. De gedichten die ik al schreef zijn afhankelijk van mijn eigen beleving; een stadsgedicht was voor mijn gevoel heel erg to-the-point. Je hebt een bepaalde opdracht – er is ergens een opening of er gebeurt iets in de stad – en wordt gevraagd om daar een gedicht over te schrijven. Er wordt dan wel iets van je verwacht. Ik heb daar een paar gesprekken over gevoerd met Bert Vermaas, bestuurslid van de stichting. Wat hij zei, zette mij aan het denken. Stel, je ziet een foto waarop van alles gebeurt en iemand vraagt te beschrijven wat je ziet. Dan zal ieder een ander stukje uitlichten en dat kan je ook doen met het stadsdichterschap. Je kunt uit een gebeurtenis halen wat je interessant vindt en zelf keuzes maken over wat je uitlicht. Die creatieve vrijheid raak je niet kwijt en dan is het nog steeds een goed stadsgedicht. Ik heb er een tijd over nagedacht en ben in februari benoemd.”
De ene stadsdichter is productiever dan de ander. Ruiter heeft vorig jaar acht gedichten op papier gezet en dit jaar zijn dat er vijf. “Het begon met een gedicht bij mijn installatie in het Stadsmuseum; dat was vooral voor bekenden, vrienden en familie. In maart 2019 had de bibliotheek een bijeenkomst georganiseerd rond de Boekenweek bij Walhalla. Ik had een gedicht geschreven bij het thema van de Boekenweek in 2019: Ode aan de moeder de vrouw. Er waren veel mensen en dat voelde als mijn echte vuurdoop. Daarna heb ik zelf initiatief genomen om iets te schrijven over de lente. In Harderwijk zie je dan op alle terrassen hoe blij mensen zijn dat ze weer naar buiten kunnen.”
75 jaar bevrijding
Vorig jaar werd hij gevraagd om een gedicht te schrijven bij 75 jaar bevrijding van Harderwijk, een gebeurtenis die groots herdacht zou gaan worden. Door corona werden echter alle festiviteiten afgeblazen. Ruiter zou op 5 mei bij de herdenking van de bevrijding in het Plantagepark bij het bevrijdingsmonument zijn gedicht Onvoorstelbaar voordragen. “Ik vond het zonde dat dit niet doorging. Het thema vrijheid raakt me en ik vond het lastiger dan gedacht om daar een goed stadsgedicht over te maken. ik wilde er veel in laten doorklinken, maar het toch leesbaar houden. Ik probeerde de link te leggen van toen naar nu met daarbij het besef van vrijheid als centrale thema. Hoe langer de oorlog geleden is hoe minder mensen dit hebben meegemaakt en dat gevoel van onvrijheid herkennen. Dat komt steeds verder van ons af te staan. Zeggen, denken en zijn wie je wilt is niet zo normaal als dat wij vinden. Dat was 75 jaar geleden compleet anders. Wij mogen ons heel gelukkig prijzen met de vrijheid die we wél hebben en daar bewust van blijven. Dat wilde ik uitdragen en hoewel ik de vergelijking met corona geen recht vind doen, is het wel een gekke samenloop. Dat de overheid zegt dat je niet naar een park mag is een beperking die de vorige generaties niet zo hebben meegemaakt. En doordat alle bevrijdingsfestiviteiten niet doorgingen, voelde je ook een bepaalde onvrijheid. Ik heb het gedicht online voorgedragen, ondersteund met oude beelden van de bevrijding van Harderwijk ”
De coronatijd noemt Ruiter een lastige fase voor een stadsdichter. “Ik had behoorlijk wat in de agenda staan, dus moet nu een andere modus vinden. Aan het begin schreef ik iets over wc-papier dat op was bij de Jumbo. De vraag is hoe verder. Ik wil wat over Harderwijk en corona schrijven, maar er is ook coronamoeheid. Ik word geleid door wat er in de stad gebeurt en geef daar mijn eigen invulling aan.”
facebook.com/stadsdichterharderwijk
instagram.com/stadsdichterharderwijk
Coverartikel verschenen in Harderwijk magazine juni 2020
Foto’s: Bram van de Biezen
Bron: