De één is bedachtzaam, intuïtief en ingetogen; de ander is direct, uitgesproken en handelt meer uit emotie. Stef en Hans Nijland, zoon en vader, tegenpolen in karakter. Maar allebei fanatiek met een enorme passie voor voetbal.
‘Ik voel mij nog profvoetballer’
Na een rijke loopbaan in het betaald voetbal bij FC Groningen, PSV, Willem II, NEC, Brisbane Roar, PEC Zwolle, en De Graafschap is Stef Nijland alweer voor het vijfde seizoen speler van DVS’33. Hij kwam op zijn 31ste naar Ermelo en heeft goede jaren gekend in het geelzwart, met o.a. een bekerduel in het GelreDome tegen Vitesse en een volgens hem onterecht verloren nacompetitiestrijd met Kozakken Boys als hoogtepunten. Zelf kwam hij in 2022-2023 tot 16 goals in 26 duels in de derde divisie. Vorig seizoen maakte hij elf goals in dertig wedstrijden. Op zijn 35ste was hij nog steeds van beslissende waarde. De oud-prof heeft het ‘geweldig naar zijn zin’ in Ermelo. “Ik ben altijd profvoetballer geweest en misschien te vroeg gestopt, maar ook het amateurvoetbal heeft me veel gegeven. De derde divisie is een leuke competitie en de manier waarop we de sport beleven in de kleedkamer bij DVS had ik niet verwacht: het is eigenlijk semiprofessioneel. Ik ben geen clubhopper en hoe langer ik op mijn plek ben, hoe meer betrokkenheid ik voel bij de club en hoe beter het voetballen gaat. Op 10 augustus word ik 36 en eigenlijk wordt mijn drive en motivatie alleen maar groter. Ik ben een ontzettende liefhebber en ga hier met een grote glimlach naar toe. Zolang ik fit ben en goed ben, wil ik doorgaan. Ik voel mij ook nog profvoetballer in hoe ik de trainingen en wedstrijden beleef. Ik kan me voorstellen dat sommige jongens op het trainingsveld gek worden van mijn bezetenheid.”
Betrokken
Stef voelde zich afgelopen seizoen erg verantwoordelijk voor het verloop. “De eerste helft liep het niet en speelden we zelfs degradatievoetbal. We hadden voor de winter veel kansen nodig en ikzelf liet ook veel goals en assists liggen. Dat hield mij bezig, ik trok het mij aan dat het niet goed ging. Na zeven wedstrijden stond ik op vier gele kaarten. Het was een geforceerde bewijsdrang. Onder Jordi Roelofsen en John Kamphuis gingen we vanuit de kracht van de selectie spelen en ging het lopen. In goede fases keek je elkaar aan en wist je dat het een mooie middag ging worden. Het vertrouwen en plezier wat je bij de hele ploeg zag, gold ook voor mij. Ik ben trots op hoe we het konden omdraaien. Tegen Sparta Nijkerk kon het nog nacompetitie voor degradatie of voor promotie worden. De euforie en voldoening na afloop (1-5 winst) vergoedde een hoop, maar des te groter was ook de teleurstelling dat het op het laatste moment tegen Staphorst (1-1) niet lukte om de nacompetitie te halen. De meeste ploegen hadden het de laatste tien, twaalf wedstrijden lastig tegen ons, maar zij bleven aardig overeind. Ik had daarna wel tien dagen nodig om volledig te ontladen. Ik ben eerst vier dagen naar Marbella gegaan met een aantal jongens van het team en daarna nog twee weken naar Sardinië met mijn vriendin. Ik heb teruggedacht aan alles wat er is gebeurd en dan komt snel weer de zin om lekker aan de slag te gaan. Ergens ligt de finishlijn dat het niet meer gaat of je andere keuzes maakt. Ik bekijk dat nu van jaar tot jaar.”
Stef is zelf trainer van zijn zoontje Luca (11), die speelt SC Deventer onder 13. Bij Go Ahead Eagles is Stef assistent van onder 21 en spitsentrainer van de aanvallers onder 19. “Het is heel veel voetbal, maar ik houd van de variatie tussen trainen geven op woensdag- en vrijdagavond en zelf voetballen op maandag, dinsdag en zaterdag.”
Gastvrij
Hans is directeur van Hattrick Media en o.a. sponsor van ACV en onderhoudt nog banden met FC Groningen. Hij en Stef zien of spreken elkaar zo’n drie keer in de week en hebben geregeld een onderlinge strijd op de golf- of tennisbaan. Hans woont in Kropswolde, vlak bij de stad Groningen, en dat is anderhalf uur rijden naar Ermelo. Dat komt er volgens hem te weinig van, maar hij volgt Stef op afstand nauwgezet, via Twitter, Teletekst of op zondag via DVS-TV. Bij winst of verlies is er altijd persoonlijk contact.
“Ik probeer weleens te switchen naar onderwerpen als Israël en Oekraïne, maar jij ademt voetbal en praat het liefst nergens over”, zegt Hans een beetje gechargeerd. “Ik ben blij dat je nog een jaar bij DVS blijft. Ik vind het een prachtige club, ken de mensen in de businessclub en word altijd zeer gastvrij ontvangen. Ik ga met het grootste plezier naar Ermelo en heb me voorgenomen vaker te komen kijken, want het moment dat Stef een keer stopt komt natuurlijk wel dichterbij. Ik ben ook zeker trots. Als hij een mooie goal maakt tegen VVOG stuur ik die naar 20 vrienden.”
Hesje
Vanaf de jeugd bij Groningen volgt Hans (64) de carrière van zijn zoon op de voet. “Stef was een jaar of 10, 11 toen hij in 1997 in de opleiding kwam. Ik was toen algemeen directeur bij FC Groningen, dat ben ik 23 jaar geweest. Op zaterdag keek ik zijn wedstrijdjes bij de jeugd. Stef is gehaald door Martin Koeman van de amateurs van Zuidlaren. Hij zat in een talentvolle lichting met veel jongens die het betaald voetbal hebben gehaald, maar Stef stak er bovenuit en was op Arjen Robben na het grootste talent van de club. In 2005-2006 maakte hij zijn debuut bij het eerste. Ik weet nog dat ik in mijn kantoor in het stadion uitzicht op het hoofdveld had en ik zag dat hij een hesje kreeg en bij de eerste elf zat.” Daarna ging het snel: Stef maakte als 18-jarige zijn Europese debuut tegen Fiorentina, met spelers als Mutu en Vieri. Hij gaf een assist op Goran Lovre. PSV meldde zich. “Ik moest over mijn eigen zoon onderhandelen, dat was wel heel bijzonder, dus heb ik de verkoop door twee collega’s laten doen.”
Via PSV, Willem II, Brisbane in Australië volgde vader zijn zoon wat meer op afstand, al reed hij ook de 250 kilometer naar Eindhoven als Stef met Jong PSV mee moest doen, maar in zijn jeugd zat hij er bovenop.
Stef: “Het was vroeger nooit goed genoeg, ik moest altijd voor meer gaan. Als ik er drie had gemaakt, moesten het er vijf of zes zijn. Dat heeft thuis ook weleens in de weg gezeten, omdat ik dat als vervelend heb ervaren. Hij kon er niet mee omgaan en ik had dan liever dat hij thuisbleef. Het kantelpunt kwam toen ik vast in het eerste elftal zat en wist wat er gevraagd werd. Hij heeft op zijn manier proberen te begeleiden in de weg ernaartoe. We kunnen uren over voetbal praten en naarmate ik ouder werd, heb ik veel steun aan hem gehad. Ik belde mijn vader altijd als eerste. Zoals in een derby tegen Go Ahead Eagles, die we met PEC Zwolle met 1-0 verloren en waarbij ik na een uur een rode kaart kreeg. Ik zat er goed doorheen en belde nog tijdens de wedstrijd naar mijn vader, die voor de tv zat, en vroeg of hij de kaart terecht vond.”
Hans: “Ik ben nog steeds wel kritisch, maar hij vraagt nu wat ik ervan vond. Het zijn geen discussies meer. Ik weet ook wel dat ik hem na een wedstrijd als tegen Staphorst ’s avonds beter met rust kan laten, omdat hij er dan enorm mee zit. Het is wel mooi dat je elkaar beter leert kennen als je ouder wordt. Ik ben bloedfanatiek, ook als voorzitter van mijn clubje HSC uit Sappemeer, wat ik nu vijf jaar ben. We zijn twee keer gedegradeerd in de nacompetitie, maar de spelers zeggen dan dat het bier in de vijfde klasse net zo lekker smaakt als in de vierde klasse.”
‘Eerlijk en direct’
Stef over Hans: “Mijn vader is een heel directe man en enorm aanwezig, overal waar hij komt. Hij is eerlijk, duidelijk en rechtvaardig: als het goed is, is het goed. Hij heeft uitgesproken standpunten, maar inhoudelijk zitten we meestal wel op één lijn. Ook denkt hij vaak in oplossingen: problemen kunnen niet groot genoeg zijn. Hans is ook een emotionele man, die soms zo wat roept. Dan komt ook de eerlijkheid naar voren. Dat heeft ook weleens gebotst tussen ons in het verleden, maar nu gaat hij er op een goede manier mee om.”
‘Ambitieus en sociaal’
Hans over Stef: “Stef is hartstikke ambitieus en doet er alles aan om tot het gewenste resultaat te komen. Hij heeft een duidelijke stip aan de horizon. Ook is Stef heel sociaal; hij staat altijd klaar voor een ander en gaat conflicten het liefst uit de weg. Ik omschrijf hem als een warm, sympathiek mens, hij heeft wat dat betreft meer van zijn moeder.”
Bron: